Herstedelijking bekeken vanuit hen die de weg zoeken in de stad!

Herstedelijking bezien vanuit leesbaarheid en toegankelijkheid!

Inmiddels al ruim een jaar moeten we leren leven we met de beperkingen die het gevolg zijn van de COVID-pandemie. We kunnen niet meer naar het café, naar het restaurant, niet meer naar de sportschool, niet naar theater, bioscoop of festivals. Naar school gaan is niet vanzelfsprekend, net zomin als bezoek aan familie en vrienden. Reizen zit er nauwelijks meer in, en de Coronaregels inclusief de avondklok trekken ook een wissel op het gebruik van de private maar ook zeker de publieke ruimte in de stad. 

Ook ik had me de vrijheid die ogenschijnlijk gekoppeld is aan pensionering anders voorgesteld. Het is niet anders, veel stadsbewoners leren in deze tijd wel al wandelend en fietsend hun buurt, wijk, stad en buitengebied beter kennen en hopelijk voor ons ook waarderen!

Het leven met beperkingen is voor velen van ons helemaal nieuw. De een kan er beter mee omgaan dan de ander. Recent besefte ik me bij een van de vele wandelingen dat beperkingen voor veel mensen onderdeel zijn van hun dagelijks leven. Toen ik thuisgekomen keek naar de getallen schrok ik. Hieruit blijkt dat in Nederland 12 % van de bevolking van 12 jaar en ouder een matige of ernstige fysieke beperking heeft met betrekking tot horen, zien en mobiliteit.  Voor Breda hebben we het dan over zo’n 22.000 mensen (dit is 3 maal de bevolking van Rijsbergen!). Rond de 40 % van de 75-plussers ervaart een of meerdere beperkingen. Er zijn ruim 250.000 rolstoelgebruikers in Nederland, waarvan 150.000 permanent. Er zijn naar schatting nu 270.000 mensen met dementie in ons land. Dit zijn forse aantallen!

We staan hier te weinig bij stil. Als ik terugkijk op 42 jaar sleutelen aan de stad moet ik toch erkennen dat er bij het benoemen van beoogde kwaliteiten toch te weinig aandacht is uitgegaan naar een substantieel deel van onze bevolking. We gaan bij het werken aan een vitale en gezonde stad veelal uit van een stad voor gezonde en vitale mensen. We vergeten hierbij te veel dat we tijdens onze opleiding tot stadmaker in Delft of elders ook een dag in een rolstoel moesten doorbrengen. We denken bij het aanpassen van de stad wel enigszins maar niet vanzelfsprekend aan de tochten met Chris van Faassen, de oprichtster van het Bredaas Centrum Gehandicapten. Chris, veel te vroeg overleden in 2012, nam ontwerpers en beleidsmakers mee door Breda, in een rolstoel, of met de blinddoek voor. Voor velen was dit een ontluisterende ervaring. Ongeveer het gevoel met een kinderwagen door de stad te lopen, maar dan 20 maal heviger. Deze tochten hebben bijgedragen tot meer bewustzijn rond dit onderwerp, en tot betere ontwerpen, zoals recent voor 3de fase Nieuwe Mark en Seeligpark, en realisaties, zoals de herinrichting van de binnenstad.

Maar hoewel we als Breda een prijs hebben ontvangen voor meest toegankelijke stad, laat de toegankelijkheid en leesbaarheid van de stad nog veel te wensen over, en kan op het vlak van “gastvrij en grenzeloos” meer bereikt worden. Breda Gelijk maakt zich hiervoor voortdurend sterk. Zij geven aan dat de samenwerking met de gemeente beter gaat, dat er minder in silo’s gewerkt wordt met duidelijk aanspreekbaren, en er wordt gewerkt aan de aanstelling van BATSEN. Ik had hier eerst een andere annotatie bij, maar dit zijn Buitengewone Ambtenaren Toegankelijke Samenleving.

Toch zit de aandacht voor toegankelijkheid en afleesbaarheid van de stad nog niet echt in het bloed van de stadmakers, en er zijn wel heel veel prioriteiten en uitdagingen op dit moment. Ik zou er daarom voor willen pleiten om de ontwerpers die aan onze stad werken, publiek en privaat, te koppelen aan User Experience Designers. Deze worden in onze eigen stad opgeleid, bij Communicatie en Multi Media Design (CMD) aan Avans.

Ik heb het denken van deze UX-designers leren kennen via mijn eigen kroost. Mijn zoon werkt bij CM aan een klantvriendelijker digitale dienstverlening, en mijn dochter promoveert nu in Eindhoven op het onderwerp dementie en technologie, met als inzet om de wereld voor mensen met dementie zo lang mogelijk toegankelijk en begrijpelijk te laten zijn. Het plaatje wat jullie zien is een van de resultaten. Het betreft een eenvoudig apparaat, dat het mogelijk maakt om onderling contact te hebben in diverse fasen van dementie. Je stuurt digitaal een kaartje, dit wordt geprint en ziet eruit als een klassieke ansichtkaart. Als je deze boven in een gleuf van de monitor stopt, kunnen op het scherm beelden, geluiden en boodschappen getoond worden, en is het ook mogelijk om via eenvoudige knoppen te reageren. Mensen die er mee werken zijn ontroerd dat ze weer mee kunnen doen. Als je er iets meer van wilt weten kijk dan maar eens op www.livingmoments.nl.

We zijn gewend om de ruimte te ordenen op basis van ervaringsgegevens en Nen-normen. Elke ontwerper heeft Neufert Bauentwurfslehre in de kast staan, dat je raadpleegt voor o.a. de maatvoering van functies. Deze reproductie heeft ook nadelen. Hierdoor is elk voetbalveld hetzelfde, terwijl het spelletje zo veel leuker zou worden als de doelen in het midden ruggelings tegen elkaar zouden staan. Een gemiste scoringskans van de ene partij biedt meteen kansen voor de andere partij. Gemiste kans….

Op een oorspronkelijke manier naar de stad kijken vanuit de gebruiker doen we wellicht te weinig, zeker vanuit de mensen die zich wat minder makkelijk door de stad bewegen. Het past Breda om er voor deze groep te zijn. “Er zijn” betekent veel voor mensen die wat ondersteuning kunnen gebruiken. Dit komt op een geweldige manier tot uiting in de recent uitgebrachte film “La vita davanti a sé”, met mijn favoriete actrice Sophia Loren in de hoofdrol. Zij speelt – inmiddels 86 jaar – hierin de rol van Madame Rosa, een overlevende van de Holocaust die een opvang runt voor kinderen die nergens anders terecht kunnen, waaronder de Senegalese jongen Momo. Echt een prachtige film, als je die nog niet gezien hebt moet je echt gaan kijken, kan ook via Netflix meen ik. De prachtige titelsong “IO SI” gezongen door Laura Pausini laat ik even horen.

Als je niet meer weet waar je heen moet 
Ik ben hier, ik ben hier 
Ren weg of hef de barrières op 
Ik ben hier, ik ben hier 

Wanneer je onzichtbaar moet zijn 
Het is erger dan niet leven 
Niemand ziet je 
Ik wel 

Ik weet het niet, ik 
Welk lot is van jou 
Maar als je wilt, als je mij wilt 
Ik ben hier 
Niemand ziet je 
Maar ik wel 

Breda is sterk en veerkrachtig, en is ook een stad die er staat als mensen ondersteuning nodig hebben.

De mensen die hun weg zoeken hebben deze ondersteuning echt nodig, en wij kunnen bijdragen op alle schaalniveaus van planning. Ik ben ook erg blij met de initiatieven vanuit wijkbeheer om na te denken over de nieuwe verhoudingen tussen stedelijke ontwikkeling en stedelijk beheer, vanuit de gebruikers van de stad.

Dit kan alleen maar winst opleveren. De Gulden Snede mag hierbij de leidraad zijn, de menselijke maat centraal. Maar ik zou toch ook willen pleiten, niet zozeer voor weer nieuwe normen, daarvan hebben we er al genoeg, maar voor een Breda’s Certificaat van Toegankelijkheid en Leesbaarheid.

Ik wens jullie een fijne werkweek toe, met zo min mogelijk beperkingen!!

 

Hans Thoolen
12 april 2021

 

NieuwsberichtenDe leesbare en toegankelijke stad